‘Ik heb het heel goed voor elkaar in het leven: een heel lieve vriend, twee leuke kinderen, werk waarvan ik geniet. Alleen lig ik ’s nachts wakker met hartkloppingen en voel ik me overdag moe en constant overprikkeld. Dat uit zich in gesnauw tegen mijn gezin en mijn collega’s.’ Ze slaakt een machteloze zucht.
Ik vermoed dat Daphne tegen een burn-out aanzit en leg uit dat de spanningsklachten die ze noemt erop wijzen dat er echt iets aan de hand is. Dus ze mag hier zijn. Daphne zucht weer, maar nu van opluchting.
Overtuigingen toetsen
We gaan dieper in op de momenten waarop ze zich gejaagd voelt. ‘Nou, als we een verjaardag vieren, bijvoorbeeld. Ik wil dan ook gewoon even kletsen met gasten, maar besef wat er nog allemaal moet gebeuren. Dus sta ik toch weer op om dat te gaan regelen.’ We bespreken hoe ze vooral zichzelf stress bezorgt, ook op werkvlak, zo blijkt. Ze neemt wel haar vaste middag vrij, maar altijd met een schuldgevoel. Ze moet dan per se iets nuttigs doen van zichzelf.
De keer erna gaan we aan de slag met oefeningen uit de Rationeel Emotieve Therapie (RET). Het doel van deze therapievorm is mensen beter te leren omgaan met situaties die voor stress kunnen zorgen, onder andere door hun overtuigingen onder de loep te nemen. Daphnes overtuigingen zijn bijvoorbeeld: ‘De kinderen moeten om zes uur eten’, ‘Gasten mogen geen leeg glas hebben’ en: ‘Als mijn schoonmoeder komt oppassen moet het huis schoon zijn.’ We komen tot de conclusie dat deze overtuigingen irrationeel zijn en haar in de weg zitten.
Daphne besluit er met haar vriend over te praten. ‘Hij voelt zich net zo verantwoordelijk als ik, maar als hij iets doet ben ik bang dat het niet goed gaat.’ ‘Wat zou dat betekenen, als “het niet goed gaat?”’ vraag ik haar. Daphne lacht. ‘Tja, dan gaan de kinderen misschien wat later naar bed.’
Focus op jezelf
Als ik Daphne weer zie, blijkt dat dat ze het lastig vindt om de taken beter te verdelen. Steeds trekt ze dingen toch naar zich toe waardoor haar vriend nauwelijks ruimte krijgt om ook iets op zich te nemen. ‘Ik probeer het echt, maar als ík het niet doe…’
Ik onderbreek haar: ‘Wat als jij de regie neemt?’
Ze kijkt me verbaasd aan: ‘Dat doe ik toch? Ik regel me suf, dat was toch juist niet de bedoeling?’
Ik verduidelijk: ‘Regie over je eigen leven. Wat wil jij? Wil jij steeds degene zijn die de kinderen naar bed brengt, het huis opruimt als je schoonmoeder komt en de hapjes maakt voor bezoek?’ Niet echt nee, bekent Daphne na veel geaarzel. Ze wil het niet, maar ze heeft het gevoel dat het moet. We spreken af dat ze deze week een aantal taken helemaal bij haar vriend laat en iets voor zichzelf gaat doen. ‘En dan niet daarna controleren of hij het goed heeft gedaan. Geef hem de ruimte en focus op jezelf.’
Na weken oefenen kan Daphne af en toe ook echt genieten van de tijd die ze voor zichzelf neemt. Ook bespreekt ze vaker waarmee ze zit. Aan haar schoonmoeder heeft ze gevraagd of het erg is als de vaat er nog staat als ze komt oppassen. ‘Nee kind,’ was het antwoord, ‘dat kan mij toch niet schelen.’
Dat Daphne haar eigen ergste stressfactor was, lijkt inmiddels wel bewezen. Om dat voortaan te voorkomen, heeft ze een trucje bedacht: ze denkt terug aan haar eigen moeder. ‘Die was altijd aan het zwoegen en had geen oog voor ons. Zo wil ik het dus niet,’ zegt ze. En het lijkt erop dat dat gaat lukken.
Daphne heet in werkelijkheid anders.
Dit artikel verscheen eerder in Psychologie Magazine.
Tekst: Resi Lankester
Over de coach Rina Kuiper
Rina Kuiper is stress- en burn-outcoach. Ze helpt mensen meer regie krijgen op belangrijke levensthema’s. Vind ook een coach die bij je past op coachfinder.nl.
Wat heb ik nodig?
‘Mensen die de lat hoog leggen, zijn zelf hun grootste vijand,’ weet coach Rina Kuiper. ‘Ze willen continu de regie voeren op hun omgeving uit angst dat het anders misgaat, maar verliezen daarbij zichzelf uit het oog. Terwijl goed voor jezelf zorgen zo belangrijk is.’
Dat kun je oefenen door jezelf in potentiële stresssituaties af te vragen: welk gedrag leidt tot voor mij de beste uitkomst? Welke gedachten heb ik daarover en welk gevoel hoort daarbij? Daag daarbij je overtuigingen uit (‘De kinderen moeten om zes uur eten’), en ga door tot je antwoord om jou draait: wat is belangrijk voor mij, wat heb ik nodig? Misschien kom je dan uit op iets als: ‘Ik ga op even ontspannen op de bank zitten na een werkdag. Dat verdien ik.’ Hoe meer je ervan doordrongen bent dat wat jij nodig hebt belangrijk is, hoe beter het lukt om daar zonder schuldgevoel voor te zorgen.